Einde aan vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers in 2025
5 november 2024
Vanaf 2025 stopt de vereenvoudigde WIA-beoordeling voor mensen van 60 jaar en ouder.
Deze wijziging kan leiden tot langere wachttijden voor mensen die een WIA-uitkering
aanvragen. De maatregel was in 2021 ingevoerd om de druk op het UWV te verlichten, maar
blijkt nu geen duurzame oplossing te bieden voor de groeiende vraag naar sociaal-medische
beoordelingen. Wat betekent deze beslissing voor 60-plussers en hoe gaat de overheid om met
de toenemende druk op het UWV?
In het kort:
- De vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers stopt per 2025.
- Door toenemende aanvragen ontstaan er mogelijk meer achterstanden bij het UWV.
- Minister Van Hijum werkt aan lange termijnoplossingen, zoals het Sociaal Medisch
Centrum en aanpassingen in het arbeidsongeschiktheidsstelsel.
WIA-beoordeling en de regeling voor 60-plussers
De WIA-beoordeling (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) biedt werknemers die
langdurig arbeidsongeschikt raken mogelijk recht op een WIA-uitkering. Het UWV
beoordeelt of iemand nog kan werken, waarbij zowel een arbeidsdeskundige als een
verzekeringsarts betrokken zijn. Om wachttijden te verkorten, werd in 2021 een
vereenvoudigde beoordeling voor 60-plussers ingevoerd: hierbij was alleen een
arbeidsdeskundige nodig, waardoor het UWV sneller kon beoordelen.
Stopzetting van de vereenvoudigde beoordeling
Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangekondigd dat deze
maatregel in 2025 stopt. Door de toenemende WIA-aanvragen en fouten in uitkeringen moet
het UWV herstelwerkzaamheden uitvoeren. De minister geeft aan dat de vereenvoudigde
regeling geen structurele oplossing biedt voor de toenemende werkdruk.
Gevolgen voor wachttijden
Door het beëindigen van de vereenvoudigde beoordeling en de ‘overwerkafspraken’ binnen
het UWV zullen de wachttijden voor WIA-beoordelingen naar verwachting weer oplopen,
wat de druk op het UWV verder verhoogt.
Kortetermijnoplossing: praktisch beoordelen
Om de druk op de beoordelingen te verlichten, heeft de minister per juli 2024 de tijdelijke
maatregel ‘praktisch beoordelen’ ingevoerd. Hierbij wordt bij een WIA-beoordeling enkel
gekeken naar het huidige verdienvermogen van de langdurig arbeidsongeschikte werknemer.
Dit betekent dat de focus ligt op de vraag wat iemand op dat moment nog kan verdienen,
zonder dat er direct een uitgebreide medische beoordeling volgt. Hoewel dit helpt om de
wachttijden enigszins te verkorten, is ook deze maatregel slechts een kortetermijnoplossing.
Lange termijnoplossing: Sociaal Medisch Centrum (SMC)
Voor een duurzame verbetering van de sociaal-medische beoordelingen wordt er gewerkt aan
een nieuwe werkwijze binnen het UWV. De minister wil dat de verzekeringsartsen
samenwerken in een zogenoemd Sociaal Medisch Centrum (SMC). In dit model vormt de
verzekeringsarts samen met een team van specialisten een multidisciplinair team dat
verantwoordelijk is voor de beoordeling van een afgebakende groep mensen. De
verzekeringsarts behoudt de regie, maar kan taken delegeren aan andere teamleden, wat de
werkdruk verlicht en de efficiëntie verhoogt. UWV is al gestart met de landelijke invoering
van deze SMC’s.
Vereenvoudiging van het arbeidsongeschiktheidsstelsel
Daarnaast wil de minister het arbeidsongeschiktheidsstelsel zelf vereenvoudigen. Dit gebeurt
op basis van aanbevelingen van de Onafhankelijke commissie toekomst
arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). Deze vereenvoudigingen moeten ervoor zorgen dat
het systeem beter functioneert en dat mensen sneller en gerichter hulp krijgen bij
arbeidsongeschiktheid. De minister werkt aan een wetsvoorstel om deze aanpassingen
mogelijk te maken en verwacht eind 2024 meer informatie te kunnen delen met de Tweede
Kamer.