Uitspraak: WIA-voorschotten onterecht
verhaald op eigenrisicodragers door UWV
9 maart 2023
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft geoordeeld dat het UWV de voorschotten op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor zieke medewerkers niet mag verhalen op een bedrijf dat eigenrisicodrager is.
Te kort aan verzekeringsartsen
Bij een bedrijf vroegen zestien (ex-)werknemers na twee jaar arbeidsongeschiktheid een WIA-uitkering aan bij het UWV. Vanwege een tekort aan verzekeringsartsen kon het UWV niet op tijd vaststellen of zij recht hadden op de uitkering. Daarom keerde het UWV voorschotten uit aan de werknemers van het bedrijf.
Als eigenrisicodrager betaalt het bedrijf zelf de arbeidsongeschiktheidsuitkering, ofwel WIA-uitkering, wanneer een werknemer ziek is. De aanvraag van deze uitkering verloopt wel via het UWV en het UWV beoordeelt het recht op deze uitkering. Wanneer het UWV beoordeelt dat er recht is op een WIA-uitkering, dan betaalt het UWV de uitkering aan de werknemer en brengt vervolgens maandelijks de kosten in rekening bij de werkgever.
Hoger beroep
Volgens het UWV behoorden deze voorschotten tot het risico van het bedrijf en werden daarom bij het bedrijf in rekening gebracht. Tegen dit besluit ging het bedrijf samen met Lex van den Heuvel in hoger beroep.
Voor een WIA-toerekening aan de eigenrisicodrager moet er namelijk een verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundige onderzoek plaatsvinden. Gebeurt dit niet, dan mag het UWV ook geen voorschot in rekening brengen.
Uitspraak
Het bedrijf kreeg gelijk bij de CRvB. De WIA, zoals deze tot 1 januari 2022 gold, liet namelijk niet toe dat voorschotten op een WIA-uitkering onder het eigen risico van de eigenrisicodrager vielen en bij de eigenrisicodrager in rekening konden worden gebracht. Op 1 januari 2022 is de wetgeving omtrent de WIA echter gewijzigd, waarbij er nu wel een bepaling is opgenomen over het in rekening brengen van voorschotten bij eigenrisicodragers. Het is dus belangrijk om in gedachten te houden dat deze uitspraak alleen van toepassing is op zaken die vóór 1 januari 2022 spelen.
Bron: rechtspraak.nl